amblyopia

ambly-opie (lui oog)

amblyopia (Wikipedia)
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Amblyopie of een lui oog is een neurovisuele ontwikkelingsstoornis. De aandoening wordt gekenmerkt door een onderontwikkeling van verschillende visuele vaardigheden zoals o.a. gezichtsscherpte, oogbewegingen, oogsamenwerking en stereoscopisch dieptezicht. In geval van lui oog of amblyopie is het oog zelf overigens volkomen gezond maar is het oog gedurende het neurovisuele ontwikkelingsproces in de prille kindertijd door een bepaalde amblyopie-veroorzakende factor (verziendheid, anisometropie, scheelzien, cataract, ...) neurologisch slecht geïntegreerd geraakt. Door één of meerdere amblyopie-veroorzakende factoren kregen de hersenen op jonge leeftijd geen scherp beeld aangeboden en werden ze visueel gedepriveerd. Voor een gezonde visuele hersenontwikkeling en het vermijden van amblyopie is het cruciaal dat de hersenen voldoende visuele input krijgen en correct visueel 'gevoed' worden. Als dit niet gebeurt ontwikkelen bepaalde visuele hersencircuits zich niet afdoende en worden de hersenen in zekere mate onontvankelijk voor visuele prikkels, zélfs als later toch nog een correcte bril wordt gegeven.

Lui oog
Amblyopie
Amblyopie
Synoniemen
Latijn Amblyopia
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Amblyopie wordt vaak gedefinieerd als onscherp zien met één oog, zelfs met de meest optimale optische correctie. Maar dit symptoom is slechts één aspect van de aandoening. Omdat amblyopie een effect heeft op het hele visuele hersensysteem, heeft de aandoening ook beperkende impact op onder meer het perifeer zicht van het 'goede' oog, de oogbewegingen, de oogsamenwerking en het dieptezicht.

Lang werd geloofd dat deze visuele ontwikkelingsachterstand na een bepaalde leeftijd en na het verstrijken van de 'kritieke periode' niet meer in te halen was. Uit nieuw neurowetenschappelijk onderzoek omtrent 'perceptueel leren' en 'neuroplasticiteit' blijkt dat na het uitvoeren van bepaalde visuele trainingsoefeningen nog veel vooruitgang kan geboekt worden. Het is belangrijk dat tijdens dit revalidatietraject niet enkel het 'goede' oog wordt afgeplakt om de gezichtsscherpte van het 'luie' oog te verbeteren. Om het probleem duurzaam op te lossen en echt beter te zien met beide ogen tegelijkertijd, is het essentieel om ook de oogbewegingen, oogsamenwerking en het stereozicht te revalideren zodat na de behandeling de hersenen binoculair zien. Zo kan het visuele ontwikkelingsproces terug op het juiste spoor worden gezet en kunnen die visuele hersenvaardigheden zich over de jaren heen blijven versterken. Jonge kinderen en tieners zijn het best te behandelen met visuele training, maar ook volwassenen hebben nog een zekere mate van visuele hersenplasticiteit. In haar boek Diepte Leren Zien beschrijft Amerikaans neurobiologe Susan Barry, die zelf van kinds af een lui oog had, hoe ze op 48-jarige leeftijd na een periode van neurovisuele revalidatie nog herstelde van lui oog door beide ogen goed samen te leren gebruiken en dieptezicht of stereozicht te verwerven.

Amblyopie ontstaat momenteel bij 2 tot 5 procent van de jonge kinderen. In veel gevallen zou lui oog echter kunnen worden voorkomen door een goede screening van amblyopie-veroorzakende factoren en vroegtijdige interventies zoals het geven van een (baby)bril en/of visuele stimulatie.