antihistaminicum

stof die de werking van de weefselstof histamine vermindert

antihistaminicum (Wikipedia)
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Antihistaminica zijn middelen die allergische reacties onderdrukken. Ze blokkeren de werking van het lichaamseigen histamine. Histamine ligt in bepaalde cellen opgeslagen en komt vrij nadat het lichaam in contact is geweest met een allergeen (een stof waar iemand allergisch voor is). Het histamine kan plaatselijk vrijkomen, bijvoorbeeld na een insectensteek, waarna het histamine voor het bultje en de jeuk verantwoordelijk is. Als het histamine in de bloedbaan wordt uitgestort kan dit tot variërende en soms levensgevaarlijke situaties leiden. De effecten variëren van lichte ademhalingsmoeilijkheden via bloeddrukdaling tot diepe shock en zelfs tot overlijden. Deze H1-antihistaminica antagoneren dus de receptoren van de gladde spieren van de vaatwand, de bronchi, de blaas en verder ook het effect van histamine op de capillairen. Ze worden gebruikt bij allergische aandoeningen. Dit zijn de klassieke antihistaminica.

De H2-antihistaminica antagoneren competitief de door histamine opgewekte verhoogde maagzuursecretie. Dit werd eind vorige eeuw een nieuwe klasse van maagmiddelen met als eerste vertegenwoordiger cimetidine. Deze groep werd snel overvleugeld door de protonpompremmers.