fotograferen d.m.v. röntgenstralen
Een röntgenfoto of röntgenopname is een foto of digitale opname gemaakt met behulp van röntgenstraling. Röntgenfoto's worden in de geneeskunde gebruikt om afbeeldingen van het inwendige van het lichaam te maken. De röntgenfoto is genoemd naar de ontdekker van röntgenstraling Wilhelm Conrad Röntgen.
Röntgenstraling is elektromagnetische straling met een kortere golflengte dan zichtbaar licht, die vrij gemakkelijk door weefsels heen dringt en selectief wordt tegengehouden door zwaardere materialen daarin. Vooral botweefsel is vrij ondoorlaatbaar voor röntgenstraling.
Aangezien röntgenstralen zich niet met lenzen en slechts zeer moeilijk met spiegels laten bundelen, vormen röntgenopnamen meestal schaduwbeelden van een object. De röntgenstraler, het object en het voor röntgenstralen gevoelige element (röntgenfilm, fosforplaat of matrix van scintillatie- of vaste-stofdetectoren) moeten daarbij een as vormen. Het te onderzoeken voorwerp of de te onderzoeken persoon wordt voor een cassette gezet, waarin zich een onbelichte fotografische film bevindt, waarna er uit een röntgenbuis een bundel röntgenstraling op de film komt, wat afhankelijk van de straling plaatselijk meer of minder zwarting zal geven op de film. Na ontwikkeling van de film is een beeld zichtbaar van de dichtere structuren in het lichaam van de patiënt. Beenderen laten weinig straling door en blijven op de film onbelicht. Luchthoudend longweefsel wordt (op het negatief) donker afgebeeld doordat het veel straling doorlaat. Bloed, vet, spieren en organen krijgen een grijstint. Hoe meer de röntgenbron een puntbron benadert, hoe scherper de afbeelding wordt. In tegenstelling tot gewone foto's worden röntgenfoto's zelden of nooit afgedrukt; de negatieffilm wordt direct gebruikt ter beoordeling. Een orgaan of weefsel dat röntgenstraling niet doorlaat heet radio-opaak (ook wel radiopaak). Een gebied dat meer straling doorlaat dan de omgeving heet ook wel hypodens of radiolucent.